De macht van het woordIk ben gemakkelijk. Zo ben ik opgevoed, en misschien ben ik er niet verstandig van geworden, maar wel gelukkig. Das ook wat waard.
Als ik moe of ziek ben, mag ik voor de tv hangen.
Als er het avond eten me niet aanstaat, mag ik iets anders.
Als iets grotelijks mijn hebzucht op wekt, koop ik het.
En ik zie niet in waarom dat voor Lies anders zou moeten zijn. Dus hangt ze met een doorkomende kies voor baby-tv, eet ze lasagna van de bio-traiteur als er rode kool op tafel komt en krijgt ze regelmatig een zakje balonnen.
Sommige dingen moeten wel. Eigen bestwil enzo. In bad. Naar bed. Neusspray bij verkoudheid. Jas aan als het koud is. Ondanks haar duidelijke weerzin. Die ik trouwens prima kon weerstaan.
Tot het woord in haar leven kwam.
Het vijftiende woord ongeveer, en de articulatie laat nog iets te wensen over, maar het hoofdschudden maakt wat dat betreft veel goed.
Nee.
En vreemd genoeg is het moeilijker dan het oorverdovende gekrijs. Dat simpele nee. Het mensje dat nee zegt, terwijl ik ja doe. Misschien voelt ze mijn seconde van twijfel. Want gillen is uit. Nee is in.